Dolf:
“Het lijkt een beetje tussendoor zo, maar waar wil je heen? Tijd is essentieel in mijn wereld. Dit, als in het najaar, is in mijn werkende leven altijd een extreme periode. In deze tijd doe ik meer dan gemiddeld. Dat betekent vier of vijf keer in de week spelen en dan de radiodingen nog. Maar dat ben ik gewend. En het leek me leuk om dan tussendoor ook nog de Zevenheuvelenloop te doen. Dus zijn we op zaterdagavond van Leeuwarden naar Nijmegen gereden om daar op zondag te lopen. Zo gaan die dingen.”
Waar haal jij al die energie vandaan om dit te doen, of levert alles wat je doet energie op?
“Ik loop al m’n hele leven en mijn werk doe ik al 35 jaar. De energie daarin stoppen en de energie daarvan krijgen, werkt beide kanten op. Van hardlopen word ik niet moe, het werkt andersom; ik kan alles aan, zowel fysiek als mentaal, juist omdat ik al bijna 45 jaar hardloper ben. Voor mij is lopen een basisbehoefte. Ik ben ooit gaan lopen en ben nooit gestopt. Ik train elke dag, naar gelang de tijd. Dat heeft invloed gehad op heel veel, maar zeker op het zo kunnen werken, zo voorstellingen kunnen spelen en zonder enige stress in het leven kunnen staan. Daar ben ik echt van overtuigd. Los van het feit dat ik gewoon wil lopen, wil genieten van de plek en de fysieke inspanning. Die combinatie, en de mentale invloed ervan maakt het lopen voor mij zo waardevol.”
Stel je doelen wanneer je loopt, of is de dagelijkse beweging voor jou voldoende?
“Hard lopen is geen doel op zich. Het doel is mijn hele leven lang al hardlopen geweest. Maar als ik ga lopen, stel ik wel een doel. In 2023 word ik zestig. Ik ben van 1963, dan is dat onvermijdelijk. Ergens in die twaalf maanden daarna wil ik weer een marathon lopen, voorjaar ’24 denk ik, liefst in 2:48. Als ik het loop, ben ik heel tevreden. Zo niet, jammer. Leeftijd zal ook invloed hebben. Je hebt niets volledig in de hand, zeker gezondheidsdingen niet. Je kunt heel gezond eten en leven en sporten, dan nog zijn er dingen die je kunnen overkomen. Zelf heb je invloed op het leven qua sport, werk en voeding. Dus ik geloof erg in preventie en in het op allerlei manieren bevorderen. De vraag blijft hoe je mensen tot bepaald gedrag beweegt. Dat is heel lastig. In mijn voorstelling heb ik het ook over bepaalde voedingskeuzes en verbanden met de klimaatcrisis, want die zijn er. En dan vind ik het jammer om het daar niet over te hebben.”
“Ik kan alles aan, zowel fysiek als mentaal, juist omdat ik hardloper ben.”
Op dit moment (december ’22) zit je midden in je tournee. Hoe komt zo’n voorstelling tot stand?
“Ik speel ook deze oudejaars van 1 september tot 1 januari, vier maanden lang. Da’s vaste prik. September is best vroeg, er kunnen nog dingen in het jaar gebeuren, maar ook dan al speel ik anderhalf uur die voelt als een voorstelling.”
Dus je hebt alles in je hoofd, volgt de actualiteit en dan verander je een deel?
“Vroeger met Lebbis & Jansen deden we dat wel, dan lazen we de krant, hadden we weer nieuwe grappen en maakten we daar ruimte voor. Nu heb ik het meer over de tijdsgeest, over de grote dingen die gebeuren. Over transitie, hoe mensen daarop reageren op verschillende momenten en op verschillende plekken. Het gaat op geen enkele manier over álles wat er gebeurd is. In mijn radiowerk hoor ik dingen en krijg ik met allerlei zaken en onderwerpen te maken. Daar zitten triggers tussen. Tijdens Spijkers met Koppen of in een gesprek schrijf ik geregeld iets op. Zo werkt dat. Tussen die woorden zit dan soms weer materiaal. Kijk, zo’n voorstelling is er én ook weer niet. In mijn hoofd zit min of meer twee uur materiaal. En per avond bepaal ik samen met de zaal de volgorde en wat er aan bod komt. Zo is er altijd wel iets onverwachts. Er riep laatst iemand: ‘Energietoeslag!’, toen ben ik gaan uitleggen dat ‘ie dat kreeg. Ik weet niets van energietoeslag, behalve dat je het krijgt. En die man was boos, want de prijzen waren al zo hoog en nou kreeg ‘ie óók nog toeslag. Dan zitten er dus vierhonderd man in de zaal mijn verbazing te delen. Daar zie ik de grap wel van in.”
Moet jij buiten deze voordeur verantwoording afleggen of inhoudelijk overleggen?
“Nee. Voor columns weet ik ook niet of dat ooit zo geweest is. Ik doe dat al heel lang; elke week voor de Nieuws BV op Radio1 en Trouw, en maandelijks voor Vroege Vogels en Runnersworld. Ik weet ook niet hoe ver je daarvoor moet gaan. Als iets ondermaats is, vind ik dat je daarop aangesproken mag worden. Natuurlijk zijn er wel eens reacties, mensen vinden er wat van. Mijn combi van feiten en humor wordt niet altijd direct door iedereen begrepen, maar ja, dat is satire. In de column van zojuist heb ik bijvoorbeeld iets positiefs over dictatuur gezegd. Daar leg ik ook bij uit dat er wel wat haken en ogen aan zitten. Maar als je in de Tweede Kamer zit met twintig partijen die door elkaar heen praten, waarvan er bovendien vijf populistisch zijn? Ja, dan zijn er momenten waarop je denkt ‘doe me dan maar een gezellige dictatuur’. Het enige is dat het over het algemeen niet zo’n leuke mensen zijn.”
Dus liever een vriendelijke filmdictator, iemand zoals Morgan Freeman?
“Haha, diezelfde Morgan Freeman die in Qatar het WK mee opende? Ik zit niet in die wereld, maar als je voor zo’n schnabbel gevraagd wordt, praten we over heel veel geld. Voor de duidelijkheid, mensen moeten daarin hun eigen keuzes maken. Zelf doe ik geen commercie en reclame, maar spreek wel graag voor bedrijven en organisaties. Om drie redenen: ik vind het heel leuk werk, ik heb volledige vrijheid én ik verdien er geld mee. Iets aanprijzen vind ik echt wat anders. Ik zet me wel in voor Wakker Dier of Varkens In Nood en een paar andere dingen, maar ik zou geen reclame maken voor kipstukjes met ck. Dat onderscheid maak ik. Die afweging lijkt op de keuzes die je het hele leven maakt. Over het goede doen. Het is logisch dat je nadenkt over wat je eet, wat je draagt, hoe je reist, waar je jouw geld aan besteedt. Ik vind het een groot voorrecht om op deze planeet te mogen rondlopen. Dus daar praat ik over. Dat is een vorm van zingeving voor mij in bepaalde zin. De basis voor mij blijft het spelen, het maken van een column, programma, of voorstelling en dat overbrengen. Dát is mijn lol. Dat er gelachen wordt, is mooi. Dat mensen soms geraakt worden, is prachtig. Dat betekent dat je iets juist hebt verwoord. Ook dat is de lol van mijn vak; de woorden vinden voor dat grote gevoel, voor dat moment, of whatever. We hadden het al over vitaliteit en beweging. Over hoe je mensen mee krijgt in dingen die écht van belang zijn voor de eigen gezondheid, voor de maatschappij, de gezondheidszorg en noem maar op. In een column mag je dan best je mening geven, vind ik. In een voorstelling liever niet. Het is veel lekkerder om mensen echt te raken, dat ze denken: ‘Hé, als dat zo in elkaar zit, heb ik invloed!’, dan wordt het interessant. En ik doe dat met comedy als middel. Jitske doet dat, als antropoloog, in haar lezingen en masterclasses. Zij ráákt mensen vaker dan ik.”
Daarover gesproken, jullie werk kent overlappen en jullie werken veel. Zien jullie elkaar vaak?
Jitske: “We zien elkaar over het algemeen elke dag thuis. We hebben allebei soms best veel te doen, maar hebben allebei heel leuk werk waarin we elkaar ook mee kunnen nemen. Dan zoeken we daar meestal een leuke plek bij en verblijven we lekker in een hotel. Maar het belangrijkste is, wij zijn allebei van de avondshift in het leven. Denk- en schrijfwerk doe ik liefst ’s avonds, als de wereld stil is. Dus als Dolf thuiskomt, ben ik ook nog wakker.”
Dolf: “Uiteindelijk hebben we hetzelfde vak. We praten er ook vaak over. Dan blijk je elkaar ook nog een beetje te beïnvloeden. Zo hoorde ik haar laatst een zin gebruiken in reactie op de zaal, en dat was gewoon mijn zin! Da’s natuurlijk erg grappig om te horen.”
Jitske: “Zoals ik jou soms dingen hoor zeggen die ik direct herken. Dus naast de liefde die er is en het samenzijn met elkaar, is het leuk dat onze vakgebieden aanpalend zijn. Het raakt inhoudelijk vaak dezelfde thema’s, maar ik benader ze wetenschappelijker en Dolf op zijn manier. Ook in de kunst van het vertalen van een verhaal naar de juiste vorm komen Dolf en ik elkaar vaktechnisch tegen. Dolf is wel wat meer van de actualiteit. Ik ben meer van de middellange golf, probeer de patronen te zien, daarvoor heb ik afstand nodig. Dolf zit dichter op de huid, op wat nu gebeurt.”
Dolf lacht: “Nou, ik zie ook wel dingen aankomen hoor, maar ik wil de mensen niet te bang maken. Toch als mensen wél als ‘gewaarschuwd mens’ de zaal uit gaan, is dat ook goed. Zoals ik laatst in Hoofddorp zei over het klimaat: ‘Het zou anders zijn als we hier vijf meter onder de zeespiegel zaten, dan zou ik me echt zorgen gaan maken.’ Dan zie je vijfhonderd man in de zaal denken: ‘Kak!’ Sorry, ik zie aan de klok dat ik wel zo door moet. Ik weet niet precies waar je eigenlijk nog meer heen wilde nu, maar ik weet zeker dat deze keukentafel absoluut de betere plek is.”
En weer door…
“Ik vind het een groot voorrecht om op deze planeet te mogen rondlopen. Dus daar praat ik over.”