Publicatie datum
12 maart 2024
Leestijd
7 minuten

DE LEVENSLESSEN VAN JORIS LINSSEN

GOODBYE. HELLO!

JORIS LINSSEN OP WIE STA JIJ TE WACHTEN?

Een oppervlakkig lijkende vraag waarmee je het ijs kunt breken. Ook een vraag waarmee je heel diep kunt komen. Ontwapenend en toch vlijmscherp. Dat bewijst Joris Linssen als innemende tv- presentator al jaren. Nu wachtte hem dit gesprek over vitaliteit. Een gesprek over de levenslessen die Joris leerde uit de vele ontmoetingen die hij al had in zijn leven. “Ik zeg niet dat ik weet hoe het zit maar ik geef door wat mij is opgevallen. Veelal lessen van mensen die het anders doen die niet altijd met de stroom meegaan.” En dat kan in het geval van Joris echt iedereen zijn. Van zijn vader tot een vreemde in de aankomsthal op het vliegveld.

MAAK VERBINDING VANUIT NIEUWSGIERIGHEID

“Van jongs af aan ben ik heel nieuwsgierig. Die nieuwsgierigheid heb ik nog. Natuurlijk droomde ik vroeger van grootse en meeslepende documentaires en films maar al in mijn eerste baan op de redactie van de stadsomroep zei mijn hoofdredacteur: “Jouw grootste talent is de markt op lopen en praten met mensen zonder voorbereiding.” Uiteindelijk bleek ‘Hello Goodbye’ hiervan het toppunt: geen script alleen die vraag ‘op wie staat u te wachten?’. De rest is dan goed luisteren.

Het spontane gesprek is in mijn ogen ook altijd het beste. Als mensen niet weten wat ze gaan zeggen is het authentiek. Wanneer ze echt overvallen worden door hun eigen ontboezeming. Natuurlijk worden er ook voor mijn andere programma’s wel wat zaken vooraf geregeld maar drie pagina’s script en een vragenlijst wil ik niet. Da’s soms spannend maar als presentator wil ik vragen wat de kijker en ik willen weten.

Die sociale open houding geeft de betekenis aan mijn werk. Het zoeken naar verbinding naar wat goed voor je is en werk maken van het raken van anderen is my middle name. Als tienjarige wilde ik zanger premier of verslaggever worden. En ergens ben ik altijd dat jongetje gebleven. Enorm nieuwsgierig. Inmiddels weet ik dat je ook ambitie en een lange adem nodig hebt. Dat gaat makkelijker wanneer je dingen doet die je leuk vindt en als je steeds een beetje vooruitkomt. Bovendien moet je kunnen incasseren klappen opvangen en niet opgeven.

VITALITEIT IS EEN KEUZE

Dat laatste is een les die ik al vrij jong leerde van mijn vader. Als puber was ik redelijk opstandig. Ik ging weg op de school waar mijn vader conrector was omdat ik vond dat er eenheidsworst van ons gekneed werd in dat schoolsysteem. Op een dag thuis in Eindhoven klagend over school viel mijn vader tegen mij uit: ‘Hou nou eens op en leer incasseren! Een goede bokser deelt tikken uit maar kan ook klappen opvangen om te blijven staan.’ Die kwam binnen. Het grappige is dat mijn vader zich dit voorval jaren later helemaal niet kon herinneren. Maar voor mij is die les altijd heel belangrijk geweest; klappen opvangen en op de been blijven in balans voor de volgende ronde.

Wat mij betreft is vitaliteit dan ook een keuze. Natuurlijk kun je ziek worden daar kun je niets aan doen. Als je niet ziek wordt kun je ervoor kiezen om fris en fruitig door het leven te gaan. Of je kiest ervoor om tegen de grond te gaan bij iedere tegenslag. Ik denk ook dat ik een behoorlijk grote veerkracht heb ontwikkeld omdat ik dit toen in m’n oren heb geknoopt.

WE LEVEN IN EEN TIJD WAARIN VEEL MENSEN DE WEG KWIJT ZIJN, ZOEKEND NAAR HOUVAST

VEERKRACHT ALS TEGENWICHT VOOR HOUVAST

Veerkracht is sowieso een van de belangrijkste dingen van deze tijd. De jongere generatie lijkt dat steeds meer te ontberen. Mensen raken snel uit balans depressief en onzeker terwijl ze eigenlijk alle kansen en mogelijkheden hebben. We leven in een tijd waarin veel mensen de weg kwijt zijn zoekend naar houvast. Dat komt omdat de samenleving verder is geïndividualiseerd en religie een kleinere rol is gaan spelen. Meng daar de constante invloed van sociale media bij en je hebt een heel ontwrichtende mix.

Die zoektocht naar houvast is het uitgangspunt van m’n programma ‘Boeddha in de Polder’. Daarin onderzoek ik als totale nitwit spirituele zaken. Die interesse ontstond toen mijn stiefvader stierf. Over hem schreef ik ‘Het boek Louis’. Louis was van grote invloed op mij. Hij was boeddhist en sprak veel over loslaten. Maar op zijn sterfbed kon hij het leven niet loslaten. Ik heb in die periode veel diepe gesprekken met hem gevoerd. Daar wilde ik graag meer over weten én over de spiritualiteit waar hij het over had. Dus probeer ik het gewoon uit. Een ijsbad nemen met een groep ademhalingsoefeningen doen een tantrasessie. Al doende ontdekte ik ook dat steeds meer mensen van de leg raken door de ratrace waar we dagelijks in zitten.

In Out of Office wordt dat alleen maar duidelijker. In dit programma volg ik vijf mensen met een burn-out die gaan helpen op een zorgboerderij. Daar werken zes mensen met een beperking. Die twee groepen gaan elkaar helpen. Het was ontroerend om te merken dat ze er alle elf beter van werden. De mensen met een burn-out krijgen een les in rust en eenvoud niet zo moeilijk doen. Anderzijds ontdekten de hulpboeren dat ze voor vol werden aangezien en op die plek in de lead zijn. Dat werkte heel emanciperend. Ik was de twaalfde man; hun supporter en aanjager interviewer en observator. We werden een familie hadden een goede flow te pakken.

ALS JE MET DE STROOM MEEGAAT STA JE ZELF STIL

Over flow gesproken in mijn boek vertel ik het verhaal van Henk. Henk hielp me zwemmen in de Waal. Terwijl ik in de stroming meevoer blies hij op z’n hondenfluitje als teken dat ik eruit moest richting een krib zwemmen zodat je er door de onderstroom als het ware uitgetild wordt. Uit de stroom komen is echt heel moeilijk. Letterlijk én figuurlijk. In de flow kun je ver komen. Maar als je een tijdje in dezelfde stroom zit raakt het uitgewerkt.

Ik realiseerde me dat je tijdens je leven heel goed moet luisteren naar het fluitje van Henk. Hoor je het gaan? Dan doe je te lang hetzelfde. De weg van de minste weerstand levert je niets meer op. Je gaat te lang met de stroom mee en staat dus eigenlijk stil. Je moet eruit in een andere flow.

Zoiets maakte ik mee met de band waarin ik zong. Daar ben ik niet zo lang geleden mee gestopt. We waren hartstikke lekker op weg. Maar na vierentwintig jaar spelen met mijn band Caramba hoorde ik zelf het fluitje van Henk. Op een avond in het Parktheater Eindhoven voelde het ineens als een herhaling van zetten. Dat was het signaal. Eruit stappen was een positieve keuze toch kostte het kruim. Voor de jongens vooral. Uit de stroom stappen zegt niets over de rivier die stroomt gewoon lekker door. De jongens gaan nu zonder mij verder met hernieuwde energie. En ik voel aan mezelf dat ik toe ben aan andere muziek. Ik ben ook al aan het schrijven. Mezelf opnieuw uitvinden zoals ik dat al drie keer eerder heb gedaan: van punker naar rockband naar de smartlappen van Ome Cor naar de mariachi met Caramba. En nu weer naar iets heel nieuws.

BLIJF LUISTEREN NAAR JEZELF

Je moet je grenzen in de gaten houden en eigenwijs blijven. Stel jezelf de vraag: ‘word ik hier blij van geeft het me energie of lekt het weg?’ Met het antwoord kun je jouw leven inrichten en er je beslissingen op baseren. En dan kun je veel. Mensen kunnen sowieso veel aan. Uit mijn training met oud-special forces man Dai Carter (zie VITALOGIE magazine #4) leerde ik dat wanneer je lichaam schreeuwt om te stoppen je pas op 40% van je kunnen zit. Na een dag fysiek bezig zijn klauterend door de modder met de nodige ballast denk je dat je niet meer kunt. Als er dan een tijger om de hoek verschijnt kun je wel weer vechten of rennen hoor. Maar je moet er dus wel voor waken dat je niet langdurig over die grenzen heen gaat. Goed naar jezelf luisteren dus.

MEER VOOR ANDEREN DOEN IS GOED VOOR ONS ALLEMAAL

VER-ANDER DRAAG BIJ AAN JE OMGEVING

Mijn vrouw en ik hebben twee dochters. Toen we aan een derde kind dachten voelde het anders; er zijn al zoveel kinderen die een warm gezin verdienen maar het niet hebben. Daarnaast zijn wij allebei opgegroeid in de dynamiek van een samengesteld gezin mijn vrouw zelfs een tijdje als pleegkind in een gezin. We kozen toen zelf ook voor een pleegkind. Dat is een enorme verrijking gebleken. Inmiddels hebben we drie volwassen pleegkinderen naast onze dochters. Kinderen die zichzelf hebben afgevraagd ‘ligt het aan mij ben ik niet goed genoeg?’ laten voelen dat ze geliefd zijn is zo mooi. Dat gaat niet vanzelf je moet daarin met elkaar meebewegen elkaars gewoontes en taal leren. Inschikken dus. Denk altruïstisch; gewoon af en toe inschikken iets opofferen voor een ander. Dat heeft voor iedereen voordelen en maakt de wereld voor iedereen leuker en fijner.

MEER VOOR ANDEREN DOEN IS GOED VOOR ONS ALLEMAAL

Het meest cruciale inzicht van allemaal is dus dat je kunt veranderen. En dat schrijf je wat mij betreft als ver-anderen. Meer voor anderen doen is goed voor ons allemaal. Een echte win-win situatie. Zeker in een tijd waarin we zo aan onszelf denken. Op sociale media verkoopt iedereen zichzelf en zelfs in spirituele kringen gaat het om eerst van jezelf houden voordat je verbinding kunt maken met een ander. Onzin. Reik eens uit naar een ander doe iets voor de ander. Kleine dingen bijdragen werkt al bevrijdend. Dan voelt iedereen zich beter. Dat is de sleutel naar geluk: ver-anderen.”